Wettelijke bepalingen over het voertuig

Wat is een speed pedelec?

  • een bromfiets (Europese regelgeving), dus geen rijwiel!
  • in België in een derde categorie ‘klasse P’ gegoten (voor “speed Pedelec”) omdat speed pedelecs bij ons gezien worden als eerder ‘snelle fietsen’ dan wel ‘bromfietsen’.
  • met elektrische aandrijving met een vermogen van maximaal 4kW
  • die trapondersteuning levert tot maximaal 45km/u
  • en twee wielen heeft

Wat zijn de verplichtingen om ermee te mogen rijden?

  • Kentekenplaat: de fiets moet verplicht ingeschreven worden bij de Dienst Inschrijvingen Voertuigen (DIV). Voor de aanvraag tot inschrijving heb je een gelijkvormigheidsattest nodig (COC = ‘Certificate Of Conformity’) alsook een ‘aanvraag tot inschrijving’ (het roze formulier) Voor 30€ (2019) ontvang je een kentekenplaat van 10x12cm.
  • Fietshelm: het dragen van een geschikte helm is verplicht. Deze moet minstens goedgekeurd zijn conform EN1078 en tevens de slapen en het achterhoofd beschermen. Dit wordt in de helm aangegeven met een CE-markering. EN1078 wordt voornamelijk gebruikt voor fietshelmen. Het is onduidelijk of helmen die voldoen aan een strengere norm ook zijn toegelaten. Zo beschermen skihelmen altijd de slaap en het achterhoofd en voldoen doorgaans aan de strengere EN1077 norm, maar is niet duidelijk of deze volgens de letter van de wet wel mogen. Er zijn in Europa ook skihelmen op de markt met een minder goede EN1078 goedkeuring. Deze mogen dan weer wel.
  • Rijbewijs: rijbewijs AM verplicht. (of hoger rijbewijs, behalve G).
    Opgelet:
    • Wat voorlopige rijbewijzen betreft mag men enkel een speed pedelec besturen met voorlopig rijbewijs AM! Met voorlopig rijbewijs B mag je dus niet op een speed pedelec fietsen op de openbare weg. Art. 6.2°a) (KB23.03.1998) “Het voertuig moet behoren tot de categorie van voertuigen waarvoor het voorlopig rijbewijs geldig verklaard is.”
    • Bestuurders van voertuigen van de categorie AM die geboren zijn voor 15 februari 1961, zijn ontslagen van de verplichting houder te zijn van een rijbewijs en het bij zich te hebben. (Art. 4.10° – KB 23.03.1998)
  • Verzekering: Een aparte burgelijke aansprakelijkheid verzekering motorvoertuigen is enkel verplicht indien de speed pedelec zich zonder trappen kan voortbewegen aan een snelheid van meer dan 25km/u. Een ‘depannagestand’ is dus geen probleem. De BA zit vervat in uw familiale verzekering. De bank hoeft dit niet op te nemen in de algemene voorwaarden omdat het in de wet staat: “Sinds 1 juni 2019 zijn voertuigen die zijn vrijgesteld van de verzekeringsplicht gedekt via de BA Onderneming of de BA Gezinsaansprakelijkheid, afhankelijk van het kader (privé versus professioneel) waarin het voertuig wordt gebruikt.”
    Bron: Koninklijk besluit 22-05-2019 pagina 48548 Art. 43 Art. 2bis
    Motorrijtuigen: KB 21 november 1989
  • Steeds verplicht meenemen: rijbewijs en origineel kentekenbewijs (geen kopie). Verzekeringsbewijs in bepaalde gevallen*

Opgelet:

  • Als je een tweedehands pedelec koopt in België, dient de verkoper een inschrijvingsbewijs en gelijkvormigheidsattest mee te geven! Zoniet kan je geen nummerplaat aanvragen bij het DIV. Meer informatie op https://www.vlaanderen.be/een-speedpedelec-inschrijven
  • In tegenstelling wat op sommige websites beweerd wordt, hoef je het COC niet op zak te hebben tijdens verplaatsingen met de speed pedelec. Het COC is enkel nodig bij eerste inschrijving en verkoop van deze fiets. We raden zelfs aan het COC niet mee te nemen want een speed pedelec met COC is een cadeau voor de dief. De overige documenten (rijbewijs, kentekenbewijs en eventueel verzekeringsbewijs*) moeten steeds in uw bezit zijn wanneer u rondrijdt met de speed pedelec. Verzekeringsbewijs mag digitaal.
    *indien speed pedelec zich autonoom kan voortbewegen zonder te hoeven trappen.
  • De verzekeringsregels hierboven beschreven gelden voor België! Als je met je speed pedelec in het buitenland wil fietsen heb je mogelijk wél een aparte BA verzekering nodig.

Plaats op de openbare weg

Voor een volledig (en erg langdradig) overzicht voor alle fietsers, zie wegcode.be. Hieronder vatten we samen wat je moet weten met betrekking tot specifiek de speed pedelec.

  • Algemene regels (exclusief uitzonderingen via onderbord):
    • Speed pedelecs worden toegelaten tot delen van de openbare weg aangeduid met borden D7 en D9
    • D10 fietspaden (cirkelvormig blauw bord met daarop fiets én voetganger boven elkaar) zijn verboden.
    • Tot 50km/u heb je vrije keuze tussen fietspad en rijbaan
    • Vanaf 50km/u moet je op het fietspad fietsen, tenzij dit fietspad verboden is, dan mag je op de rijbaan fietsen.
    • In fietsstraten mag je je gedragen als elke andere fiets.
    • Verbodsborden primeren boven fietsstraat borden.
  • De regels lijken op deze van bromfiets klasse B, maar zijn niet hetzelfde. Zo heeft het bromfietsicoon met vermelding ‘B’ geen enkele betekenis voor de speed pedelec.
  • Een specifiek verkeersbord met symbool van een bromfiets met de letter P geeft uitzonderingen aan (verplichting, verbod, toelating). Zie pagina verkeersborden.
  • Binnen de bebouwde kom mogen twee speed pedelecs naast mekaar rijden. (Artikel 43.2 KB 01.12.1075)
  • Buiten de bebouwde kom moeten wagens 1.5m zijdelingse afstand houden voor het inhalen van een speed pedelec. (binnen de bebouwde kom 1m)
  • Speed pedelecs hebben toegang tot schoolstraten.
  • Speed pedelecs hebben toegang tot trage wegen, tenzij anders vermeld aan die wegen.
  • B22 en B23 gelden ook voor speed pedelecs: toelating rechtdoor te rijden of rechtsaf te slaan bij rood licht, mits veilig mogelijk

Passagiers

  • Het is verboden kinderen jonger dan 3 jaar te vervoeren
  • Kinderen tussen 3 en 8 jaar kunnen vervoerd worden, mits installatie en gebruik van een geschikt beveiligingssysteem. (maximum één passagier en indien toegelaten volgens COC)
  • Het is de speed pedelec verboden personen te vervoeren in een aanhangwagen. (Art. 16§2Bis – KB 10.10.1974)

Aanhangwagen

Op het vlak van aanhangwagens (AHW) wordt een speed pedelec beschouwd als bromfiets. Een aanhangwagen is elk voertuig dat bestemd is om door een ander te worden voortbewogen.

  • Bevestiging van een aanhangwagen aan een bromfiets brengt geen wijziging in de classificatie van dit voertuig.
  • De aanhangwagen moet overeenstemmen met het technisch reglement van de bromfietsen en motorfietsen.
    • AHW moet achteraan uitgerust zijn met twee rode reflectoren (minimumhoogte 40 cm) (Art. 13.6Bis – KB 10.10.1974)
    • AHW moet achteraan uitgerust zijn met de voor SP voorziene lichten (stand, rem, …), indien de buitenafmeting van de AHW de lichten onzichtbaar maakt. (Art. 13.6Bis – KB 10.10.1974)
    • Maximum breedte van de AHW is 0,75 m. (Art 15a) – KB 10.10.1974)
    • AHW moet voorzien zijn van een reproductie van de kentekenplaat zoals bij auto’s (Art. 30 – KB 20.07.2001)
    • Een AHW moet niet worden ingeschreven indien de toelaatbare maximummassa niet meer bedraagt dan 750kg.
  • Fietskarren (officieel fietsaanhangwagens) zijn niet noodzakelijk ontworpen om aan dit technisch reglement te voldoen. De veel voorkomende Croozers en Thule fietskarren zijn alvast ontworpen om achter fietsen te hangen. Ze mogen dus niet aan een speed pedelec bevestigd worden. Ook niet als ze bedoeld zijn voor het vervoer van huisdieren.
  • De askoppeling mag niet worden gemonteerd aan fietsen met elektrische achterwielaandrijving, tenzij de fabrikant dit toestaat. Men kan dus stellen dat je best als regel neemt dat een speed pedelec geen fietskar mag voorttrekken en al naargelang de fabrikant, geen aanhangwagen in het algemeen. Als een aanhangwagen is bevestigd aan je speed pedelec, mag je niet langer op gelijke snelheid naast een andere speed pedelec of rijwiel rijden.